Littekentherapie omvat het behandelen van littekens met als doel het versoepelen, ‘zachter’ maken, spanning te verminderen,… Waardoor er minder kans is op het ontstaan van bewegingsbeperking of ‘stugge’ littekens.
Littekens ontstaan doordat het ontstekingsproces niet volgens het ‘normale’ patroon verloopt. Dit geldt voor alle soorten littekens: na brandwonden, chirurgische, snij- en schaafwonden,... De behandeling van deze verschillende littekens verloopt identiek. Uiteraard wordt elk litteken individueel benaderd, waardoor het behandelproces verschillend kan verlopen naargelang de evolutie van het litteken zelf.
Hypertrofie (of woekerende littekens)
Het litteken wordt dikker, stugger, roder en gaat vaker gepaard met jeuk. Een ‘extreme’ vorm hiervan is het keloïde litteken. Hierbij wordt het litteken groter dan de originele wonde. De therapie bestaat hier vooral uit drukkledij, siliconen en hydratatie.
Adhesies (of verklevingen)
Dit omvat de verklevingen van het litteken met onderliggende weefsel/structuren. Via specifieke manuele technieken kan de kinesitherapeut deze verklevingen bestrijden en/of voorkomen zodat een normale glijding ten opzicht van het onderliggende weefsel (terug) mogelijk wordt.
Retracties (kuiltjes in het litteken)
Door spanningen in het litteken zelf kan het litteken gaan samentrekken. Hierdoor verschijnen er ‘putjes’ in het litteken. Ook hier kan de kinesitherapeut deze ‘kuiltjes’ bestrijden met specifieke manuele technieken.
Attracties (samentrekkende littekens)
Dit ontstaat ten gevolge van spanningsvelden. Deze kunnen ook gevolgen hebben op andere delen van het lichaam, bijvoorbeeld een ooghoek die naar beneden getrokken wordt. Dit verschijnsel kan de kinesitherapeut ook bestrijden met specifieke manuele technieken.
Een vroegtijdige behandeling van het litteken is van belang. Vanaf het moment van wondsluiting kan er worden gewerkt aan het litteken. Een litteken heeft ongeveer 6 maanden tot 2 jaar nodig alvorens het uitgerijpt is. Dit wil zeggen dat het litteken niet meer zal veranderen.
Mobilisatie
Indien een litteken over een gewricht loopt, kunnen er – door de spanningen op het litteken – bewegingsbeperkingen ontstaan. Daarom is het noodzakelijk dat de kinesitherapeut vanaf de dag na de operatie de beweeglijkheid onderhoudt door middel van posturale rekkingen. Dit moet volgehouden worden zolang het litteken blijft veranderen.
Kineplastie
Het uitzicht van het litteken wordt bepaald door de dikte (hypertrofie) en de spanningen op het litteken (retractie – attractie). Beide componenten kunnen fel verbeterd worden door manuele defibrosering of kineplastie. Deze manuele technieken worden toegepast vanaf 3 weken na de operatie tot aan de volledige genezing van het litteken. Ook de gevoeligheid en de jeuk kunnen positief evolueren door een correcte behandeling.
Oefentherapie
Voor de patiënt is het belangrijk om terug te kunnen keren in het sociale- en het beroepsleven. Om dit doel te bereiken gaat we, in samenspraak met de patiënt een oefenprogramma opstellen. Zodat er een optimale integratie mogelijk is.
Gemaakt door Andy | Privacyverklaring | Cookiebeleid